E-learning heeft de naam dat het niet leuk is om te doen, alleen maar geschikt voor standaard trainingen en dat de cursisten het zien als een belasting. Doordat het leren online gebeurd moet een e-learning ook kunnen concurreren met leuke YouTube video’s of de sociale media. Want als je cursisten online zijn kunnen ze als snel afdwalen. Tot slot moeten cursisten er veel tijd voor vrij maken en het vergt een dosis zelfdiscipline om er echt mee te beginnen of juist om door te gaan. Gelukkig hoeft dat met de huidige e-learning (auteurs-) tools niet meer zo te zijn. Elke e-learning ontwikkelaar / instructional designer kan er met wat creativiteit voor zorgen dat de cursisten met plezier aan de online training werken en dat deze kan concurreren met andere media.
Stel je de volgende situatie voor:
Het is 7.30 uur, maandagmorgen. Je werkt als teamleider in de horeca en je zit in de trein naar je werk. Overal om je heen zitten (en staan!) medepassagiers, die als zombies voor zich uit staren.
De ietwat penetrante lucht van verregende kleding blijft maar in je neus hangen. Wat verderop hoor je flarden van een telefoongesprek, maar je zit net te ver weg om het woordelijk te kunnen volgen. Je moet nog 35 minuten voor je op je bestemming bent.
Je denkt aan de e-learning waar je doorheen moet worstelen. Nog 5 modules van een uur voor je daar mee klaar bent. Geen aanlokkelijke gedachte.
Gelukkig is daar je goede vriend: je smartphone. De wereld onder handbereik! Oneindig veel viral content waarvan je een glimlach op je gezicht krijgt. En hé, Bas stuurt net een berichtje over de Irish Pub die jullie vanavond onveilig gaan maken. Dus ……..?
STOP!
De droomwereld en realiteit
In een sprookjeswereld die niet echt bestaat, ga je er van uit dat iedereen vol enthousiasme met jouw e-learning aan de slag gaat en daarmee doorgaat tot alles is afgerond. Maar het bovenstaande geeft aan dat jij als ontwikkelaar rekening moet houden met waar je e-learning mee moet concurreren.
Ondanks dat je hele ziel en zaligheid in de training hebt gelegd en (al zeg je het zelf) het onderliggende didactische concept naadloos aansluit bij de gehanteerde werkvormen en de uiteindelijke leerdoelen. Zal het de cursist totaal koud laten hoe hard jij ervoor gewerkt hebt. Ook de filosofie m.b.t. – digitale – didactiek en leerdoelen is echt niet de drijvende factor voor de meeste cursisten die jouw e-learning doorwerken.
Denk je dat de personen in de trein, of waar dan ook, liever een half uur spenderen aan e-learning dan in dezelfde tijd een paar YouTube video’s bekijken of rondstruinen op de sociale media? De kans is niet zo groot. Tenzij…….
Hoe maak je een e-learning concurrerend?
Hoe kun je er voor zorgen dat de deelnemers graag elke vrije minuut met jouw e-learning aan de slag gaan?
Hieronder geef ik een aantal tips die niet alleen gelden voor degenen die tijdens hun heen- en terugreis nog even wat aan hun training willen doen, maar die belangrijk zijn bij elke vorm van e-learning.
Tip 1: Toegankelijkheid
In de eerste plaats moet je e-learning (natuurlijk) op alle apparaten te volgen zijn. Niet alleen via het grote scherm en een muis op het werk, maar ook op een tablet of een mobiele telefoon. Bij het ontwerpen van de e-learning kun je rekening houden met:
- Goed zichtbare en consequente navigatie
- Knoppen die ook op kleinere schermen te bedienen zijn
- Content die zowel in horizontale (PC, tablet) als in verticale richting (telefoon) duidelijk leesbaar is
- Contrasterend kleurgebruik, zodat de diverse onderdelen ook op kleinere schermen gemakkelijk te vinden zijn
Tip 2: Kleine eenheden
Een e-learning module met een half uur aan content, zal minder uitnodigen om even tussendoor te starten dan korte, hapklare brokken van enkele minuten.
Tip 3: Duidelijke registratie van de voortgang
Als de deelnemer geen idee heeft welke onderdelen wel of niet bestudeerd zijn en waar hij/zij is gebleven, gaat het veel tijd kosten om uit te vinden wat de volgende module is. En voortgangsbalk of andere manier om dat aan te geven, is daarom onmisbaar.
Tip 4: Interactiviteit
Video en animaties zijn interessant om te bekijken, maar na de zoveelste video achter elkaar, verliezen de meeste deelnemers toch hun focus. Je kunt ze helpen om geconcentreerd aan de gang te blijven door interactiviteit toe te voegen aan je lessen. Bijvoorbeeld:
- Video’s met hotspots
- Video’s met korte multiple-choice vragen
- Korte quizzen met sorteer- of combineer vragen
- Leerzame games (b.v. memory) om dingen te laten onthouden
Tip 5: Offline content
E-learning is per definitie “Leren via internet”. Maar dat wil niet zeggen dat de cursisten altijd online moeten zijn om te kunnen studeren. Een van de mogelijkheden is om b.v. audio bestanden met de gesproken tekst van de lessen te laten downloaden als .mp3. Dat geeft extra flexibiliteit en dus meer kans dat de deelnemers er mee aan de slag gaan. Een ideale oplossing voor in de trein of de auto, omdat je alleen hoeft te luisteren. En op plaatsen waar geen of een slechte internetverbinding is. De huidige (hernieuwde) populariteit van podcasts geeft goed aan dat er veel belangstelling is voor audio.
Samenvatting
Als de e-learning is opgebouwd uit korte, hapklare brokken die op een toegankelijke manier worden gepresenteerd, is de kans dat de cursist de content wil bestuderen groot.
Interactiviteit en lesmateriaal ook voor offline gebruik aanbieden maakt het nog eenvoudiger om snel, tussen de bedrijven door, of gedurende het reizen, met het lesmateriaal aan de slag te gaan. Verplaats je in de huid van de cursist om daar leuke oplossingen voor te bieden en houd altijd rekening waar je e-learning mee moet concurreren: sociale media en YouTube video’s. Leer daarvan om vervolgens dezelfde concepten in je eigen e-learning toe te passen.
