Als je een online programma maakt, mag video daar niet in ontbreken.
Het is meestal niet nodig om een heel team aan cameramensen in te huren of gebruik te maken van een grote studio.
Veel kun je al zelf. Met een videocamera of met je smartphone.
Natuurlijk zijn er een paar aandachtspunten waar je op moet letten.
Hieronder geef ik je 8 tips waarmee je een aantal beginnersfouten kunt voorkomen bij het maken van je video voor je e-learning programma!
Tip 1: Scherpstellen!
De meeste moderne smartphones hebben een heel goede camera aan boord die automatisch scherpstelt. Maar dat moet dan wel op het juiste object. Meestal is het een kwestie van even testen en desnoods tikken op de plek op het scherm waar de focus moet liggen. Als dat eenmaal goed staat kun je beginnen met opnemen.
Tip 2: Gebruik een microfoon
Als je een smartphone, je webcam of een eenvoudige videocamera gebruikt om te filmen, dan is het belangrijk om een externe microfoon te gebruiken. Een amateuristische video herken je vaak aan de slechte geluidskwaliteit. Het geluid is nog belangrijker dan beeld.
Op je smartphone zit natuurlijk een microfoon, maar die is bedoeld om er van heel dichtbij in te praten. Wordt de afstand groter dan ± 1,5 meter, dan is de capaciteit van de microfoon al snel onvoldoende. Een goede oplossing is dan om een externe microfoon te gebruiken die je via de uitgang van je headset op je smartphone aansluit.
Een voorbeeld van zo’n externe microfoon is een dasspeld- of revers microfoon. Koop er dan wel meteen een verlengkabel bij, want de 1,5 m. die aan de microfoon zit is wel erg kort.
Tip 3: Zorg voor een stille omgeving
Het is heel belangrijk dat er geen storende geluiden te horen zijn als je een video opneemt. Als je je eigen kantoor gebruikt, hang dan aan de buitenkant van de deur een bordje met “Stilte s.v.p. Opname” of iets dergelijks. Daarmee voorkom je ook dat mensen zomaar binnenlopen en jij opnieuw kunt beginnen.
Tip 4: Kies voor .mp4 video voor je online programma
Niet alle smartphones en videocamera’s creëren .mp4 video’s. Toch is dat belangrijk om er voor te zorgen dat je video op zoveel mogelijk apparaten kan worden afgespeeld. Converteer indien nodig je video naar .mp4. Een eenvoudige manier is om de VLC media player te downloaden. Deze gratis player biedt de mogelijkheid om bestanden eenvoudig te converteren naar een ander formaat, o.a. mp4.
Tip 5: Green screen
Een green screen is bijna onmisbaar om een professionele video te maken. Tijdens het editen met een programma als Camtasia kun je dan de groene achtergrond vervangen door een afbeelding naar keuze. Alles wat groen is wordt dan doorzichtig en de afbeelding ziet er uit alsof het de werkelijke achtergrond is. Zo kun je een “rommelige” achtergrond vervangen door een net kantoor, of kun je jezelf in een tropische setting plaatsen.
Tip 6: De achtergrond
Als je geen green screen gebruikt, dan is het wel belangrijk dat je rekening houdt met de achtergrond. Bijvoorbeeld een lichte muur of een nette ruimte. Als het er maar opgeruimd en professioneel uitziet, zodat het niet afleidt van de inhoud van je video. Let vooral op dat je GEEN BEWEGENDE achtergrond hebt. Je videobestand wordt veel groter als er veel bewegende delen in voorkomen.
Tip 7: De tekst van de video voor je online programma
Sommige deelnemers hebben moeite om je te verstaan. Dat kan allerlei redenen hebben: gehoorproblemen, een andere moedertaal of jij articuleert niet goed. Daarom is het fijn als je ook de tekst van je video, het transcript, in PDF-vorm ter beschikking stelt. Maar je kunt er ook voor kiezen om ondertiteling te gebruiken. In veel editing programma’s zit dit standaard in de mogelijkheden.
Tip 8: De lengte van de video’s
Bij e-learning is het belangrijk dat je KORTE video’s maakt. Liever 10 video’s van 3 minuten dan 2 van 15 minuten. Je deelnemers hebben heel vaak moeite om zich langere tijd te concentreren. En een korte video wordt daardoor ook sneller bekeken dan een lange. Een tweede reden om de video niet te lang te maken: door korte fragmenten aan te bieden is de lesstof veel toegankelijker. Je kunt per video aangeven wat het onderwerp is en dat is dus “aan de buitenkant” zichtbaar. Als je een lange video maakt over meerdere onderwerpen, dan moet de deelnemer in de video gaan zoeken naar het betreffende fragment en dat is minder eenvoudig.
